Vizier

0492 - 33 50 20

ma/vrij van 08.00 – 17.00

Rechtbank handhaaft opgelegde mestboete

Door Vizier Finance

Een melkveehouder had voor het jaar 2018 een derogatievergunning verkregen. In 2020 voerde de NVWA een controle uit op de naleving van de mestregelgeving. De melkveehouder overlegde daarbij een bemestingsplan, een door zijn accountant opgestelde BEX-berekening, een KringloopWijzer en de Gecombineerde opgave. Daarnaast verstrekte hij documenten die hij had ingediend bij zijn melkafnemer (gegevens weidegang en een BEX-berekening). Deze BEX-berekening was anders dan die van de accountant.

Op basis van de bevindingen van de NVWA in het boeterapport legde RVO een boete van bijna € 37.000 op wegens overschrijdingen van de drie gebruiksnormen in het jaar 2018. De boete werd gebaseerd op de BEX-berekening die was ingediend bij de melkafnemer. Daarnaast werd de derogatievergunning 2018 ingetrokken en werd de melkveehouder uitgesloten voor derogatie voor het jaar 2024.

RVO verklaarde het bezwaar ongegrond. Zij overwoog dat de boete ten onrechte was gebaseerd op de bij de melkafnemer ingediende BEX-berekening. Op basis van de wettelijke forfaits kwam zij echter uit op een boete van bijna € 75.000. RVO wijzigde de opgelegde boete desondanks niet, omdat een belanghebbende door het instellen van bezwaar niet in een nadeligere positie mag komen (het verbod op reformatio in peius).

De melkveehouder ging in beroep bij de rechtbank tegen de opgelegde boete. Hij voerde aan dat de BEX-berekening van zijn accountant de werkelijke situatie weergaf. 

De rechtbank stelde vast dat de gegevens over de weidegang, die ten grondslag lagen aan de BEX-berekening van de accountant, niet overeenkwamen met de gegevens die waren gebruikt voor de BEX-berekening en andere documenten die bij de melkafnemer waren ingediend. De rechtbank oordeelde dat RVO deze omstandigheid terecht had betrokken bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de BEX-berekening van de accountant.

De rechtbank concludeerde dat RVO zich, gelet op de geconstateerde tegenstrijdigheden in de gegevens over het beweiden, terecht op het standpunt had gesteld dat de BEX-berekening van de accountant onbetrouwbaar was. Bij de beoordeling of aan de gebruiksnormen was voldaan, was RVO daarom terecht uitgegaan van de wettelijke forfaits. Uit die berekening bleek dat de gebruiksnormen waren overschreden, zodat RVO bevoegd was daarvoor een boete op te leggen.
 

Bron:Overig | jurisprudentie | 30-09-2025