Vizier

0492 - 33 50 20

ma/vrij van 08.00 – 17.00

CBb: randvoorwaardenkorting terecht opgelegd

Door Vizier Finance

RVO legde een randvoorwaardenkorting van 20% op aan een landbouwer over het jaar 2022, omdat de politie had geconstateerd dat zijn loonwerker dierlijke meststoffen niet emissiearm had ondergewerkt op zijn bouwland. Daarvan was proces-verbaal opgemaakt.

In de beroepszaak stelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven voorop dat een bestuursorgaan in beginsel mag uitgaan van de bevindingen in een proces-verbaal, indien de controle is verricht en het rapport is opgemaakt door een hiertoe bevoegde toezichthouder en het proces-verbaal zelf geen grond biedt om aan de juistheid van de bevindingen te twijfelen. Een toezichthouder wordt geacht te beschikken over de benodigde expertise om het wettelijk geregelde toezicht te houden. Aan de bevindingen van een toezichthouder kan daarom niet lichtvaardig voorbij worden gegaan. Het College zag in wat de landbouwer aanvoerde geen aanleiding tot twijfel aan de in het proces-verbaal opgenomen bevindingen. 

De loonwerker had ook een boete gekregen vanwege het opzettelijk onjuist aanwenden van meststoffen, maar deze was geseponeerd. Dit sepot vormde geen belemmering om de randvoorwaardenkorting op te leggen aan de landbouwer. Het sepot betrof het handelen van de loonwerker.

Het College volgde RVO in haar standpunt dat de niet-naleving met opzet was begaan. Er was geen toezicht gehouden op de loonwerker en daarmee had de landbouwer bewust het risico genomen dat de mest onjuist was uitgereden.

Volgens de landbouwer was de korting onevenredig vanwege de omvang van zijn bedrijf. Dit beroep op het evenredigheidsbeginsel slaagde niet. Volgens de EU-regelgeving bedraagt de korting bij opzet 20%. Hierbij is geen ruimte gelaten voor een belangenafweging.
 

Bron:College van Beroep voor het Bedrijfsleven | 16-09-2025